Versnel het leren van Nederlandse B1-woorden om je woordenschat te verdubbelen! Op niveau A2 ken je 2200 woorden.
Voor niveau B1 zijn 4400 vereist. Deze blog helpt om daar te komen.
Margreet Kwakernaak, auteur van Dutch for Dummies 3rd Edition
Leestijd: 9 minuten
Laten we eerst de kaders vaststellen. 4400 Woorden – moet ik die begrijpen, of moet ik er zinnen mee kunnen maken?
Nee, je hoeft die 4400 woorden niet uit je hoofd te toveren als je praat of schrijft. Het is de bedoeling dat je ze herkent als je leest of luistert. Zoals je zult hebben ervaren, is lezen de eerste vaardigheid die je verwerft bij het leren van een nieuwe taal.
Als we lezen, maken we gebruik van de andere woorden in de zinnen rond het woord, van wat we verwachten te lezen en van onze kennis van het onderwerp. ‘Gissen’, andere talen die we kennen en creativiteit helpen enorm bij het lezen.
Woorden leren: maak het onderdeel van je leven geeft je speelse en creatieve manieren om nieuwe woorden te vinden en te leren.
Je woordenschat vormt zonder enige twijfel de basis van je lezen, luisteren, schrijven en spreken.
Hoe je woorden kunt onthouden, wordt uitgelegd in Woorden onthouden, de zeven stappen
Taalspecialisten zijn niet duidelijk als het over het aantal woorden gaat, dat je actief moet beheersen op de verschillende taalniveaus. Over één punt zijn ze het eens: onze passieve woordenschat is altijd groter dan onze actieve en hoe groter je passieve woordenschat, hoe gemakkelijker het is om de juiste woorden te vinden tijdens actieve taken, zoals spreken.
Lees meer in Nederlands B1 Spreken: 5 Tips
Welk percentage van je passieve woordenschat moet je kunnen gebruiken bij het spreken?
Spreken is een complexe handeling: je moet ideeën vormen, je moet woorden vinden om zinnen mee op te bouwen en de uitspraak moet binnen handbereik zijn. Bovendien is onze luistervaardigheid net zo belangrijk als onze spreekvaardigheid. Spreken is een dialoog, dus als we de ander niet begrijpen, kunnen we niet communiceren.
Kortom, het is niet vreemd dat we moeite hebben om woorden uit ons passieve vocabulaire op te halen als we bezig zijn met zo’n ingewikkelde handeling als spreken.
De Delftse methode is een taalleermethode waarbij de nadruk meer ligt op woordverwerving dan op grammatica.
Versnel het leren van Nederlandse B1-woorden: de basis
Geen enkel woord staat op zichzelf, alle woorden zijn met elkaar verbonden. ‘Woordfamilies’ zijn woordgroepen die op dezelfde stam zijn gebaseerd, zoals werk: werken, ik werk, jij werkt, wij werken, ik heb gewerkt, jij werkte, werktijd, werkplaats, werkkleding, werkstress, werkzaam, werknemer, werkend , werkzoekend, werkloos en nog veel meer.
Ten tweede versnelt het niet alleen je woordverwerving als je denkt in woordfamilies, maar wordt het leren van woorden ook een plezier.
Vanaf nu klik je niet meer op een knop voordat je over het nieuwe woord hebt nagedacht. In plaats daarvan observeer je elk nieuw woord en denk je erover na. Herken jij één of meerdere delen van het woord? Vergelijk zo’n deel vervolgens met andere woorden die je kent. Wat betekent dat woorddeel in die woorden?
Nu heb je een grote stap gezet: de eerste stap in de fascinerende wereld van woordfamilies. Die stap versnelt het bereiken van niveau B1.
Lees meer in Nederlands B1, hoeveel uren?
Maak van het nadenken over woorden een gewoonte. Deze gewoonte vermindert het leren uit het hoofd en het gebruik van je vertaalapp.
Bovendien bespaart hij je veel tijd. Nadat je over een woord hebt nagedacht, zit het al in je kortetermijngeheugen. Door het meerdere keren in een gesprek te gebruiken, komt het in je langetermijngeheugen terecht.
B1-woorden en hun kenmerken
A2-woorden zijn de meest gebruikte woorden in een taal. Die woorden hebben we nodig voor de basiscommunicatie thuis, in de tuin en in de keuken: huis-, tuin- en keukenwoorden.
B1-woorden gaan daarentegen een stap verder. Dit zijn de belangrijkste kenmerken.
B1-woorden zijn gecultiveerde varianten van A2-woorden
B1-woorden zijn gecultiveerde varianten van A2-woorden. Ze kunnen formeler zijn, of voor gebruik in geschreven taal. Of ze kunnen abstracter zijn. Soms zijn ze moeilijk te vertalen naar je moedertaal. Bij niveau B1 horen ook woorden die in geschreven en gesproken nieuwsbulletins worden gebruikt.
Als je ze eenmaal kent, begrijp je school-, gemeente- en overheidsteksten beter.
Laten we enkele A2-woorden vergelijken met B1-woorden
A2 | B1 |
omdat | aangezien |
beginnen | aan de slag gaan |
vragen hoeveel iets gaat kosten | om een offerte vragen |
hij komt uit Senegal | hij is afkomstig uit Senegal |
zij heeft een kledingwinkel | zij beheert een kledingzaak |
dit boek gaat over veel onderwerpen | in dit boek komen veel onderwerpen aan bod |
Uitdrukkingen horen ook bij niveau B1 – Versnel het leren van Nederlandse B1-woorden
Uitleg van de uitdrukking | Uitdrukking |
Als je lang doorgaat, komt het goed | De aanhouder wint |
Je leert het door het te doen | Al doende leert men. |
Zelf je geld verdienen om te kunnen eten | Op eigen benen staan |
Geld verdienen om te kunnen eten | Brood op de plank krijgen |
Buiten wandelen of fietsen | Een frisse neus halen |
Heel veel tijd nodig hebben voor iets | Eeuwen over iets doen |
B1-woorden kunnen uit twee of meer delen bestaan: samengestelde woorden
A2, korte woorden B1, samengestelde woorden | B1, samengestelde woorden |
spreken: Jullie spreken Nederlands | aanspreken: naar iemand toegaan om met die persoon te praten |
komen: Wij komen snel | aankomen: arriveren. Mijn moeder komt morgen op Schiphol aan |
lopen: Loop jij naar de supermarkt? | achterlopen: niet op tijd zijn, niet snel genoeg zijn. De klok loopt achter |
product: de supermarkt verkoopt duizenden producten | melkproduct: een product op basis van melk |
opleiding: school, educatie | vooropleiding: een opleiding die je vóór een andere opleiding gedaan moet hebben |
smaak: deze chocolade heeft geen lekkere smaak | nasmaak: een smaak die je na het eten of drinken proeft. Deze thee heeft een bittere nasmaak. |
Versnel het leren van Nederlandse B1-woorden – mogelijkheden en onmogelijkheden
Bij het leren van talen moeten we tegenstrijdigheden en onverklaarbare verschijnselen accepteren. Het resultaat is dat we soms uit ons hoofd moeten leren, zonder het meteen te begrijpen.
Dat is het geval met de eerste twee soorten B1-woorden. Zowel gecultiveerde varianten als uitdrukkingen zullen we begrijpen als we ze vaker in verschillende contexten horen.
Daarentegen bieden samengestelde woorden ons veel mogelijkheden. Ze bestaan uit twee of meer delen. Je kent vaak alle delen van het woord, dus denk na voordat je op een knop drukt: nadenken bespaart je veel tijd! Maak er een gewoonte van om woorden te analyseren en er gaat een nieuwe wereld voor je open.
Laten we de meest lonende samengestelde woorden verkennen en het leren van Nederlandse B1-woorden versnellen!
Gemakkelijke versnelmogelijkheden: woorden die beginnen met een voorzetsel, zoals in en uit
in = binnen, naar binnen | uit= buiten, naar buiten |
ingang: We gaan naar binnen via de ingang | uitgang: We gaan naar buiten via de uitgang.
We gaan vanavond uit, we gaan een film zien in de bioscoop. |
zich inschrijven: We schrijven ons in als lid van de club | zich uitschrijven: We schrijven ons uit als lid van de club |
inkomsten: Het geld dat we verdienen, zijn onze inkomsten | uitgaven: Het geld dat we uitgeven, zijn onze uitgaven. Je uitgaven moeten niet groter zijn dan je inkomsten. |
Laten we nog meer versnellen: woorden die beginnen met de voorzetsels voor en na
iets voordoen: De trainer doet alles voor | iets nadoen: De sporters doen alles na |
voorzeggen: Als een student het antwoord niet weet, zegt een andere student het voor | nazeggen: We moeten de zinnen van de tekst nazeggen |
het voordeel: Het hoge salaris is een voordeel | het nadeel: De lange werktijden zijn een nadeel |
de voorzorg: Iets wat je eerst moet doen | de nazorg: De operatiewond heeft veel nazorg nodig, je moet hem goed schoonhouden. |
het voorjaar: Het seizoen voor de zomer | het najaar: Het seizoen na de zomer |
Versneller 3: De voorzetsels voor en achter
de voornaam: Je voornaam is je eerste naam | Je achternaam is je familienaam |
de voorgrond: Alles wat je dichtbij ziet. Op een foto is de voorgrond meestal scherp | De achtergrond is alles wat je ver weg ziet. |
de voordeur: De belangrijkste deur van het huis, meestal aan de voorkant van het huis. | De achterdeur is meestal minder mooi dan de voordeur en aan de achterkant van het huis. |
voorlopen. De klokt loopt vijf minuten voor, het is pas over vijf minuten twaalf uur. | achterlopen. De klok loopt vijf minuten achter, het is geen twaalf uur, maar vijf over twaalf. |
Nu is het jouw beurt!
Kun je nog andere voorvoegsels noemen? Het hoeven geen voorzetsels te zijn! Denk aan de internationale voorvoegsel zoals con, (conflict, conferentie, congres). De betekenis is met.
Hoe meer aandacht je aan voorvoegsels besteedt, hoe sneller je B1-woorden leert.
Ook:
ex: ex-man, ex-vrouw, ex-buren. De betekenis is voormalig (niet meer van nu).
contra: contradictie, contrast, contra-expertise. De betekenis is tegen.
Versnel het leren van Nederlandse B1-woorden – Conclusie
B1-woorden verschillen van A2-woorden, hoewel ze dezelfde betekenis kunnen hebben
- B1-woorden kunnen ingewikkelde vormen hebben
- bij niveau B1 horen ook bekende Nederlandse uitdrukkingen
- Woorden op niveau B1 kunnen uit twee of meer delen bestaan: samengestelde woorden
- Door ze te analyseren, kun je de betekenis van samengestelde woorden raden
In onze volgende blog laten we je andere delen van woorden zien die, als je ze eenmaal herkent en kent, het leren van B1-woorden zullen versnellen: achtervoegsels of de uitgangen van woorden
Delftse methode Suitcase talen conversatielessen
Ben je het ermee eens dat woorden de basis vormen van talen? Dan past de De Delftse methode misschien goed bij jou! Eerst bereid je je les voor met e-learning.
Vervolgens sla je in je online conversatieles Suitcase talen de nieuw geleerde woorden op in je langetermijngeheugen door ze te gebruiken in een gesprek.
Gebruik Contact om een gratis intakegesprek aan te vragen, en vermeld:
- of je al een beetje Nederlands kent en hoe je dat geleerd hebt
- jouw doel
Studenten van de Suitcase talen Delftse methode-lessen zijn hoogopgeleid en bereid om 4-6 uur per week te studeren. Omdat de meeste studenten fulltime werken, zijn de lessen online en in de avonduren.
Unlock your Dutch potential! Follow us on LinkedIn