Nederlands B1 Spreken – 5 Tips laat zien hoe je in het dagelijks leven op niveau B1 kunt spreken.
Het spreken op het examen is specifieker, daar verwijzen de laatste twee tips naar
Margreet Kwakernaak, auteur van Dutch for Dummies 3rd edition
Geschatte leestijd 8 minuten
Tip 1 – Voor niveau A2 leer je huis-, tuin- en keukenwoorden. Maar voor niveau B1 heb je moeilijker woorden nodig
Huis-, tuin- en keukenwoorden zijn woorden die je nodig hebt voor de basiscommunicatie in het dagelijks leven. Je komt ze tegen, zodra je in het Nederlands probeert te communiceren.
Na A2 leer je op niveau B1 meer gecultiveerde woorden voor dezelfde vakgebieden.
Bovendien leer je woorden om op een hoger niveau te communiceren. Dat zijn woorden die je nodig hebt om over je omgeving te praten: huisvesting en vervoer, en de stad waarin je woont.
Hoogstwaarschijnlijk sport je, en Nederlandse feestdagen zijn je nieuwe vrije dagen.
Op een gegeven moment maak je gebruik van de Nederlandse zorg en vanaf het eerste moment dat je in Nederland woont, word je geconfronteerd met wet- en regelgeving. Al deze terreinen hebben hun eigen woordenschat.
De blog Versnel het leren van Nederlandse B1-woorden helpt je daarbij.
Kortom, je moet 2200 B1-woorden toevoegen aan de 2200 huis-, tuin- en keukenwoorden die je hebt geleerd op niveau A2. Lees meer in Nederlands B1 in hoofdlijnen
Hoe B1-woorden leren?
Je leert B1-woorden deels zoals je de A2-woorden hebt geleerd. Misschien heb je dat gedaan zoals in Woorden leren: maak het onderdeel van je leven. Maar, nu moet je een nieuwe strategie ontwikkelen, omdat je niet automatisch B1-woorden tegenkomt. A1- en A2-woorden zijn overal en daar kun je niet omheen.
Helaas is het als kennismigrant gemakkelijk om het Nederlands in het dagelijks leven te vermijden. Als je in een expatstad woont, spreekt zelfs je personal trainer Engels.
Toen je voor A2 studeerde, heeft de gratis app Duolingo je misschien veel geholpen, maar Duolingo gaat niet hoger dan A2. Hetzelfde geldt voor de meeste taalvideo’s op YouTube, de gratis lessen in de buurthuizen en bibliotheken: ze eindigen op niveau A2.
Samenvattend: B1 vereist een nieuwe strategie om de juiste woorden te leren.
Nederlands B1 Spreektip 2 – Niveau B1 vereist zinnen uit twee delen, verbonden door woorden als ‘als’ ‘toen’ en ‘omdat’
De meeste lezers van deze blog gebruiken Engels voor hun werk en voor veel lezers is Engels bijna de moedertaal. Helaas wijkt de Nederlandse woordvolgorde af van de Engelse.
Een goede docent heeft 10 minuten nodig om de Nederlandse woordvolgorde uit te leggen en je zult het begrijpen. Daarentegen duurt het veel langer om in de juiste volgorde te leren spreken en te schrijven. Levenslange aandacht voor de woordvolgorde NT2 blijft een vereiste.
Dit geldt al voor niveau A2, maar voor niveau B1 is meer nodig.
A2 en B1 woordvolgorde in het kort
A1 woordvolgorde
Laten we in details treden. Op niveau A1 spreek je in korte zinnen.
Ik woon in Almere. Ik werk in Amsterdam. Ik ga elke dag met de trein naar Amsterdam.
Ook moet je op niveau A2 de woorden en, maar, want, of en dus kunnen gebruiken om een verband tussen zinnen te leggen.
Hiermee kun je langere zinnen maken, zoals:
Ik woon in Almere, maar ik werk in Amsterdam. Dus, ik ga met de trein naar Amsterdam.
of:
Ik ga elke dag met de trein naar Amsterdam, want ik woon in Almere, maar ik werk in Amsterdam.
In een normale zin komt het werkwoord op de tweede plaats. Kijk maar hierboven, dit zijn allemaal ‘normale zinnen’.
Vind meer details en oefeningen in Woordvolgorde Nederlands 1
B1 woordvolgorde
Zoals gezegd, vereist niveau B1 meer voegwoorden dan de 5 makkelijke en, maar, want, of en dus.
Voor niveau B1 zijn als, hoewel, en omdat en terwijl onmisbaar. Ook tijdens heb je nodig en zodra, dat, voordat, nadat, totdat, en zolang.
Dit zijn de 11 belangrijkste B1-voegworden, maar er zijn er drie of vier keer zoveel.
Helaas vereisen deze voegwoorden een woordvolgorde die anders is danje tot nu toe hebt geleerd. Na de B1 voegwoorden komen alle werkwoorden aan het einde van de zin.
Hij wil in Amsterdam werken als (when) hij in Amsterdam gaat wonen.
Ik werk in Amsterdam, hoewel (though) ik in Almere woon.
Hij woont in Amsterdam, omdat (because) hij in Amsterdam werkt.
Zij woont in Almere terwijl (while) zij in Amsterdam werkt.
Deze B1-woordvolgorde is een nieuw obstakel dat moet worden overwonnen. Dat kan enkele maanden duren.
Woordvolgorde Nederlands 2 voegt details en oefeningen toe. Om volwassen te klinken en te slagen voor het B1-examen is een juiste woordvolgorde vereist.
Tip 3 – Hoe je B1-woorden kunt vinden en leren, hoe je de woordvolgorde kunt oefenen
Verkort je studietijd voor Nederlands B1 Spreken: doe een kwaliteitscursus. Houd het niet bij zelfstudie: op dit niveau werkt dat niet.
Ten eerste bieden B1-cursussen een zorgvuldig geselecteerde woordenschat die je zo snel mogelijk van A2 naar B1 brengt
ten tweede bieden goede lessen veel kansen om te oefenen met Nederlands spreken
ten derde beantwoordt de docent je vragen en
ten slotte corrigeert de docent je woordvolgorde.
Als je wilt weten hoeveel tijd je moet steken in het bereiken van niveau B1, lees dan Nederlands B1 – hoeveel uren?
B1 Spreken en De Delftse methode
Als je volgens de De Delftse methode studeert, neemt e-learning een deel van de taak van je docent over. Je bereidt er je lessen mee voor. E-learning is geduldig en je kunt met e-learning zo lang en zoveel herhalen als je wilt. Daarom is een op e-learning gebaseerde cursus goedkoper dan een traditionele cursus.
de Tweede Ronde biedt je de B1-woordenschat in interessante teksten, geschikt voor conversatie. Zeker, e-learning leent zich prima voor zelfstudie. Als je echter alleen e-learning doet, mis je het meest essentiële onderdeel van het leren van een taal: praten.
Wanneer je B1 bij Suitcase talen doet, heb je twee online conversatielessen per week.
De woordenschat van de Delftse methode B1 helpt u in je dagelijks leven. Let op: de methode is gericht op hoogopgeleide mensen. Voor bijvoorbeeld monteurs in een garage, zorgassistenten en keukenmedewerkers is de woordenschat niet zinvol. Voor hen is er meer algemene B1-woordenschat te vinden in de Ad Appel B1-materialen, die een breder publiek bedienen.
Tip 4 – De verplichte onderwerpen voor Nederlands B1-spreken en het B1-examen
In de meeste B1-materialen verwijst de woordenschat naar wat zich in en buiten het huis afspeelt, gezondheid, verkeer en transport. Je hebt de basiswoorden al op niveau A2 geleerd. Op niveau B1 breid je deze woordenschat uit.
In de conversatieles praat je over teksten uit de Tweede Ronde. Ze gaan over de Nederlandse grote steden, over de regio’s en het leven buiten de stad.
Bovendien informeert de Delftse methode je uitzonderlijk goed over het koningshuis en de geschiedenis van Nederland. De teksten graven dieper dan die van andere B1-taalmethoden.
Ten slotte rapporteert De Delftse methode trots over dijken, dammen en polders. In deze teksten merk je dat de methode een product van de Technische Universiteit Delft is.
De spreekopdrachten in het B1-examen Spreken zijn onderwijs- en werksituaties
De spreekopdrachten op het examen komen uit dagelijkse communicatie in het onderwijs op het werk. Een deel ervan zul je in geen enkele leermethode tegenkomen.
Ook niet bij De Delftse methode , al biedt die meer gesprekstaal dan de meeste andere taalmethoden
Om B1 te bereiken helpt alleen praktijkervaring.
Lees ook Slagen voor het Inburgeringsexamen B1
Een sportschool of een ander soort club is een geweldige plek om gesproken Nederlands te leren en te oefenen. Juist kleedkamers en sporttribunes zijn uitstekende plekken voor een praatje in het Nederlands.
In groepen met gemeenschappelijke belangen stellen Nederlanders zich open. Als ouder heb je geluk, het ouderschap helpt om mensen met dezelfde interesses als jij te ontmoeten.
Probeer de proefexamens op Inburgeren Oefenen Taalniveau B1 en B2 en je weet wat je kunt verwachten op het examen.
Nederlands B1 Tip 5 – Spaar tijd en zenuwen door te investeren in een goede examentraining voor het B1-niveau
Examenangst en uitstelgedrag zijn heel gewoon.
Maak van je examen Nederlands B1-B1 geen nachtmerrie, maar slaag in één keer voor alle B1-onderdelen.
Als je wat geld in training investeert, zul je jezelf voor altijd dankbaar zijn.
Omdat het B1-examen niet eenvoudig is, bestaat de examentraining uit 10 lessen. Het duurt 5 weken en je hebt 2 lessen per week.
Tijdens de training maak je 8 proefexamens. Ze worden gecorrigeerd door een ervaren examinator, Margreet Kwakernaak
In die training leer je geen nieuwe taal. In plaats daarvan leer je examenstrategie.
Data en uren vind je op Cursussen van Suitcase Talen
Voordat ik je toelaat tot de training, test ik tijdens een telefoongesprek je niveau Nederlands als je geen student van Suitcase talen bent. Zolang een intake korter dan 30 minuten duurt, is deze gratis.
Ben je geïnteresseerd? Gebruik Contact met vermelding van:
- jouw motivatie
- de cursus die je hebt gevolgd
- het studiemateriaal dat je hebt gebruikt
- je telefoonnummer. We zullen alles telefonisch bespreken
Conclusie
- Op niveau B1 is de juiste woordvolgorde essentieel
- Vind B1-woorden door B1-lesmaterialen te gebruiken en voeg de woorden toe die je in je dagelijks leven tegenkomt
- Focus op B1-onderwerpen om niet te verdwalen
- Lessen verdubbelen je leersnelheid
- Investeer in examentraining voor direct succes